-
1 Auftrag
Auftrag〈m.; Auftrag(e)s, Aufträge〉♦voorbeelden:eine Arbeit in Auftrag nehmen • een werk op zich nemen, aanvaardenjemandem etwas in Auftrag geben • (bij iemand) iets bestellenein Auftrag über die Lieferung eines Autos • een bestelling tot levering van een auto -
2 im Auftrag
im Auftrag
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский